Autisme wordt beschouwd als een pervasieve ontwikkelingsstoornis met een
neurologische oorzaak.
De ontwikkeling verloopt verstoord op grond van :
- Een stoornis in het sociale contact, met name in de sociale wederkerigheid
Volwassenen met autisme hebben moeite in de omgang met anderen omdat sociale regels heel wisselend (naargelang de context) en onzichtbaar zijn. Bovendien is zowel het inzicht in wat anderen voelen en denken als het doorzien van sociale situaties zeer beperkt. Daardoor krijgen ze heel wat labels mee: koppig, gedragsgestoord, onbeleefd, excentriek, bizar, egoïstisch, vreemd,…
- Een stoornis in de verbale en non-verbale communicatie
Taal wordt door hen vaak letterlijk begrepen. Gelaatsuitdrukkingen, lichaamstaal en sociale aanwijzingen werken vaak niet. Ook het denken in abstracte begrippen is voor hen vaak niet eenvoudig.
- Een opvallend beperkt repertoire van interesses en activiteiten
Vaak hebben ze slechts oog voor enkele objecten, onderwerpen of activiteiten (bijvoorbeeld draaiende wieltjes, treinen of het openen en sluiten van deuren). Ze kunnen zich moeilijk aanpassen aan nieuwe situaties en hebben moeite met veranderingen. Vaak hebben ze een beperkt gedrags- en interessepatroon. Mensen met autisme nemen de wereld op een andere manier waar. Vaak richten ze zich op (onbelangrijke) details en zien het geheel niet, waardoor ze ook tot een andere betekenisverlening komen.
- Een stoornis in het verbeeldingsvermogen
Deze stoornis (zich onvoldoende iets kunnen verbeelden/voorstellen en er betekenis aan kunnen verlenen) kan zich uiten in o.a. een totaal gebrek aan verbeelding, invoelingsvermogen, maar ook in een teveel aan fantasie.
Deze verschijnselen worden meestal zichtbaar voor het derde levensjaar.
Autisme uit zich op duizenden verschillende manieren. En hoe ouder – of hoe intelligenter – iemand met autisme is, hoe meer hij geleerd heeft de stoornis te compenseren en camoufleren.
Qua niveau van functioneren zijn er vaak uitschieters, zowel naar boven (bv. op het gebied van getallen of techniek) als naar beneden (bv. sociaal inzicht of aanpassingsvermogen).
Autistische stoornissen vormen een spectrum van aandoeningen die per individu en per leeftijd kunnen verschillen in ernst en verschijningsvorm. De kenmerken hoeven zich niet altijd op alle fronten (direct) te manifesteren.
De stoornis komt voor bij mensen met uiteenlopende niveaus van verstandelijk functioneren, van diep zwakzinnig tot hoog intelligent en komt aanzienlijk meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Personen met een ‘Autistische stoornis’ worden wereldwijd geclassificeerd binnen de diagnostische categorie PDD (Pervasive Developmental Disorder), zoals in de DSM V.